In de jaren '20 van de negentiende eeuw was alles nog gebaseerd op visuele signalen, omdat de uitvinding van radiosignalen pas decennia later zou volgen. Maar zoals de geschiedenis aantoont, worden ideeën voor interplanetaire boodschappen gedreven door wat de beschikbare technologie te bieden heeft. En dat kunnen spiegels, vuur, lampen, radiosignalen of lasers zijn.
Meer dan tweeduizend jaar geleden kibbelden de oude Grieken over het al dan niet bestaan van leven op andere planeten. Het idee om buitenaardsen daadwerkelijk te contacteren kreeg pas vorm na de Copernicaanse revolutie (Nicolaas Copernicus had zijn heliocentrische theorie over de zon als centrum van het universum gepresenteerd). Zodra men zich realiseerde dat alle planeten in ons zonnestelsels rond de zon draaien was het nog maar een kleine stap om te veronderstellen dat er gelijkaardige planeten als de aarde zouden kunnen zijn.
Galileo Galilei, Johannes Kepler en vele anderen hielden er rekening mee dat leven op andere planeten mogelijk was. Ze moesten heel zorgvuldig en voorzichtig te werk gaan om te vermijden dat de leiders van de kerk de boom ingejaagd werden. Steven J. Dick, de belangrijkste historicus van NASA, schreef een aantal boeken over dit onderwerp en stelt dat het idee van leven op andere planeten zich in de zeventiende eeuw ontpopte tot een controversieel 'plurality of worlds'-debat.
Op welke manier zal die ontdekking ons leven veranderen? Het wordt de grootste primeur aller tijden! Als je hier in de vijfentwintigste eeuw leeft en terugkijkt op de eenentwintigste eeuw dan lees je niet over de oorlog, de technologie of de politiek. Je zult lezen dat destijds het isolement van deze planeet doorbroken werd, omdat we eindelijk ontdekten dat we niet alleen waren.
Maar we worden ook gewaarschuwd voor het contact met ruimtewezens. De gerenommeerde kosmoloog Stephen Hawking uit Cambridge zegt: "Dat zou een ramp zijn. Die ruimtewezens liggen dan waarschijnlijk ver op ons voor. Het bezoek van intelligente wezens aan primitieve volken is hier op aarde nooit goed afgelopen. En zij waren van dezelfde soort. We moeten vooral geen aandacht trekken."